Pagina's

Le Vache qui rit.

Overladen met tips van Yvonne verlaat ik, na een heerlijke kop koffie met Frans brood en confituur, Trepail. De tocht gaat nog wat verder door de wijngaarden en zakt verder af naar het vlakke land van de Marne. Even later bevind ik me alweer tussen de uitgestrekte graan velden. 

Niet alleen heeft Yvonne me de volgende slaapplaats geregeld, ze heeft mijn boterhammen doos volgepropt met stukjes Frans brood en enkele partjes wel gekende ' la vache qui rit' kaas.

Onderweg wordt ik nog even aangesproken door een wijnboer. Uiteraard wil hij weten waar ik naar toe ga. Als ik zeg, Rome, dan kijkt hij plots op en zegt hij dat hij al altijd eens met de paus heeft willen praten. Over de gevolgen van het gebruik van pesticiden in de vroegere jaren. Hij is er erg ziek van geworden en was één van de eerste die de wijnbouw totaal anders ging aanpakken. En ze hebben toen veel met hem gelachen. Nu is biologische wijnbouw gemeengoed. Ik denk dat de paus niet op hem zit te wachten.

Twee uurtjes later bereik ik Condé sur Marne waar plots een hele resem mooie vrachtwagens, luid toeterend, in colonne het stadje doorkruisen. Mijn hart maakt een sprongetje. Ik denk terug aan de truck treffens tijdens mijn chauffeurs loopbaan.

Even verder bereik ik het 'Canal Latéral du Marne.' 18 kilometer lang moet ik het kanaal volgen tot in Chalons-en-Champagne. Niet het leukste pad, maar het gaat wel vooruit.

Yvonne heeft voor me afgesproken met Remi. Ik moet hem een half uurtje voor aankomst even melden dat ik er bijna ben. Remi is een jonge dertiger, zijn ouders zijn momenteel zelf op tocht in Zuid Frankrijk. Hij zorgt dat ik binnen kan in hun huis, waar ik vanavond mag logeren.

Even later trek ik, fris gewassen, de stad in en haal mijn stempel in de kathedraal. Ik kan ook niet weerstaan aan een frisse pint op een terras. 

Terug in het huis rust ik wat uit en wacht benieuwd op de quiche die Remi voor me gaat klaarmaken.